Mijn belangstelling voor de politiek werd gewekt ten tijde van het schaduwkabinet Den Uyl dat voor de Tweede Kamerverkiezingen van 1971 geformeerd werd op basis van progressieve samenwerking tussen PvdA, D66 en PPR (een van de voorlopers van GroenLinks). Het leidde vooralsnog niet tot succes, maar bij de Tweede Kamerverkiezingen van eind 1972 zorgde de progressieve samenwerking wel voor een doorbraak die resulteerde in het kabinet Den Uyl. Ik heb me toen ook aangemeld als lid van de PvdA, maar op lokaal niveau – ik woonde toen nog in Nijmegen – hield ik mij vooralsnog afzijdig.
Eind 1985 – ik woonde toen al acht jaar in Malden – werd ik gevraagd om toe te treden tot het bestuur van de Afdeling Heumen van de PvdA. En omdat de positie van secretaris vacant was, werd het meteen al mijn taak om de verbinding te onderhouden tussen de landelijke PvdA en de leden in de gemeente Heumen. Wat nu per email kan, gebeurde toen nog per post – van landelijk naar secretaris – en per fiets om de leden op de hoogte te brengen. En bij de verkiezingen ging ik samen met John Arts, gewapend met ladder en behangselplak – de aanplakborden in de gemeente langs om onze posters op te hangen. Het indienen van onze kandidatenlijst voor de Gemeenteraad geschiedde nog met pen en papier. Na de Gemeenteraadsverkiezingen van 1998 vond ik de tijd gekomen om te stoppen als bestuurslid en heb ik me jarenlang alleen op afstand met de PvdA bezig gehouden.
In 2015 – ik was toen al vier jaar met pensioen – werd ik opnieuw gevraagd om toe te treden tot het afdelingsbestuur en sinds eind 2016 functioneer ik weer als secretaris. Maar het lijkt nu een totaal andere functie. Enerzijds een stuk gemakkelijker omdat het contact met de leden – ook van het landelijk bestuur – nu digitaal plaatsvindt, maar anderzijds een stuk moeilijker omdat het gebruik van de sociale media niet tot mijn kerncompetenties behoort. Daarom zou ik deze functie met plezier willen overdragen aan een jongere secretaris die wel over deze capaciteiten beschikt. Dat ik desondanks toch aanblijf, komt omdat ik nog steeds geloof in het gedachtegoed van de PvdA, maar vooral omdat onze afdeling over enkele jongere leden beschikt, die dit gedachtegoed in de lokale praktijk willen omzetten. Ik ben echter bang dat de basis te smal is, wanneer we er niet in slagen een progressieve samenwerking tot stand te brengen, zoals die 50 jaar geleden op nationaal niveau tot een doorbraak leidde.